Nienke Brinkman loopt met nieuw Nederlands record de sterren van de hemel
Nienke Brinkman heeft zondag met een weergaloze tijd van 2.22,51 een nieuw Nederlands record gelopen op de marathon. In Rotterdam eindigde ze met haar zinderende race ook nog eens knap als tweede achter de Ethiopische Haven Hailu. 24 Uur later blikt ze terug op een onvergetelijke dag.
Stiekem had Nienke het negentienjarige record van Lorna Kiplagat (2.23.43) al in haar hoofd zitten toen ze zondag vertrok aan de voet van de Erasmusbrug. De dagen daarvoor had ze goed haar best gedaan om deze ambitie te verbergen. "Ik wilde mezelf van tevoren zo min mogelijk druk opleggen. Er kwam in de aanloop van Rotterdam natuurlijk veel op me af en ik was ook wat onzeker. De rustweek bezorgde mij twijfels. Na al dat harde trainen voelde niets doen heel gek."
Constante hazen
Met twee persoonlijke hazen was al snel duidelijk dat de tijd van Kiplagat haalbaar was. "Ze liepen heel constant. Dat was erg fijn voor mij. Halverwege kwamen we precies op recordtijd door. Ik vermoedde daarom dat het een secondespel zou worden of ik het wel of niet zou halen."
Nienke onderweg naar haar ongelooflijk knappe prestatie. Foto: Marcel Boskamp.
Toch bleef Nienke ontspannen. Ze kreeg na afloop zelfs veel lof over de onbevangenheid waarmee ze onderweg enthousiast zwaaide naar de mensen langs de kant. "Ik zat natuurlijk volledig in mijn focus, maar ik wist wel op welke kilometers mijn familie en vrienden stonden. Ik leefde naar deze momenten toe, het gaf mij kracht."
De omstandigheden in Rotterdam waren ideaal. Er was zon, weinig wind en de temperatuur was perfect. Toch viel het op dat Nienke met handschoenen liep. "Ik heb het vaak koud voor een race. Ik had ze daarom aan met het idee dat ik ze onderweg altijd uit kon doen. Ik was ook een beetje bang dat ik in het laatste deel, wanneer ik echt moe zou worden, toch een koud gevoel zou krijgen. Gelukkig is dat niet gebeurd. Ik had ook geen last van mijn handschoenen en heb ze daarom aangehouden."
Inhalen
Toen de hazen uitstapten, moest Nienke alleen verder. "Dat was mentaal een moeilijk moment. Ik was er zelfs een beetje boos over, haha. Toch kon ik versnellen. Het gaf mij veel motivatie dat ik andere vrouwen inhaalde. Uiteindelijk heb ik zelfs een negatieve split gelopen. Daar ben ik nog het meest trots op."
De laatste kilometer beleefde onze clubgenote in een roes. "Dat was zo gaaf. Iedereen was overal aan het juichen, speciaal voor mij. Dat is echt een onbeschrijfelijk gevoel. Ik kan wel zeggen dat op deze manier de laatste kilometer voor mij is gelopen in plaats van door mij. En toen ging ik met mijn armen in de lucht over de finish op de Coolsingel. Dat was echt een droom."
Knuffel van Jos Hermens
Na de marathon gebeurde er enorm veel met Nienke. "Ik heb meerdere interviews gedaan en kreeg bizar veel berichten en reacties. Ik heb nog niet eens alles kunnen lezen en beantwoorden. De berichtjes van Jill Holterman en Lorna Kiplagat vond ik nog het meest bijzonder. En de knuffel na de finish natuurlijk met Jos Hermens."
Ook een rustige avond zat er niet in. Thuis bij haar ouders in Leiderdorp wachtten familie en vrienden haar op. Er volgde een klein feestje waarna Nienke door alles wat ze had meegemaakt, maar nauwelijks kon slapen. Een dag later is ze dus flink vermoeid. "Maar wat maakt het uit? De prestatie is toch al geleverd, haha."
Nienke gaat zich na Rotterdam weer richten op de Golden Trail Series, waarin ze vorig jaar zo succesvol was. Foto: Lars Gebraad.
Bomvolle dagen
Ook de komende dagen zijn voor Nienke bomvol. "Ik heb nog meerdere interviews en afspraken staan, maar dat is alleen maar leuk natuurlijk."
Ze werkt eerst haar drukke schema af voordat ze, zoals beloofd, langskomt op de club. Nienke is nog de hele maand in Nederland. Veel verder wil ze nog niet vooruitkijken. De 28-jarige atlete heeft aangekondigd weer mee te doen aan de Golden Trail Series en wil tussendoor hoge ogen gooien op het EK marathon. "Maar hoe ik me ga voorbereiden, weet ik nog niet. Ik ga eerst lekker nagenieten van Rotterdam. Dat heb ik wel verdiend."
Tekst: Mathieu Hilgersom